Volgens het recht van de RK Kerk is de bisschop niet alleen bestuurder en wetgever, maar ook rechter. Het is dan ook uiteindelijk altijd de bisschop die formeel in moet (kunnen) stemmen met de uitkomst van kerkelijke procedures of die beslissingen neemt op basis van adviezen die hem door wijze mannen en/of vrouwen worden aangereikt. Hierop bestaat in Nederland één uitzondering. Uitspraken van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden zijn bindend voor de betrokken partijen.
Iedereen die zich door een beslissing van een kerkelijke overheid benadeelt voelt, kan om herroeping van die beslissing vragen. Het begrip van de kerkelijk ‘herroeping’ kan het beste worden vergeleken met de in de Nederlandse rechtspraktijk bekende term ‘bezwaar’. Men kan om de herroeping van een kerkelijk besluit (in het kerkelijk recht decreet genoemd) vragen als het een administratieve beslissing was om een afzonderlijk geval te regelen. Het kerkelijk recht kent ook decreten die een regeling voor een aantal zaken of gevallen betreffen. Het betreft dan wetgeving, daartegen kan men geen bezwaar maken.
Het kerkelijk recht bepaalt dat elk bisdom een bepaalde raad of dienst duurzaam kan instellen, die tot taak heeft ‘billijke oplossingen te zoeken en aan te reiken’, met name in die gevallen dat om de herroeping van een decreet is verzocht. In een aantal bisdommen is in dit verband een diocesaan geschillenbureau ingericht. Het geschillenbureau reikt een oplossing aan, die door de bisschop formeel moet worden geaccepteerd. Waar een duurzame regeling ontbreekt beslist de bisschop zelf hoe hij met een verzoek om herroeping om zal gaan. HIj kan direct zelf besluiten, of een tijdelijke commissie of raad aanstellen om hem te adviseren. Voor degene zich niet bij de voorgestelde oplossing of uitspraak neer kan leggen, staat de mogelijkheid van beroep open bij de Apostolische Stoel te Rome.
Een parochie of caritasinstelling kan door anderen in een juridische procedure betrokken worden, men kan ook zelf zo’n procedure (willen) starten. In dat laatste geval heeft de parochie of caritasinstelling de schriftelijke en voorafgaande goedkeuring van de bisschop nodig, artikelen 53.1 sub h en 18.1 sub g. In het eerste geval dient men de bisschop zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. Een vraag die in verband met juridische procedures altijd eerst gesteld moet worden is bij welke instantie of rechter men deze zal voeren. Voor kerkelijke rechtspersonen in de RK Kerk geldt primair het kerkelijk recht. Dit betekent niet dat kerken zich (kunnen) onttrekken aan het Nederlands recht, wel dat zij tot op zekere hoogte eigen regelingen kunnen treffen, zowel inhoudelijk als procedureel. Kerkelijke procedures moeten wel voldoende waarborgen bevatten voor een eerlijke procesgang. Dit betekent dat er heldere procedures gelden, die voldoen aan algemeen erkende regels van procesrecht, dat klagers op een behoorlijke wijze te woord worden gestaan, dat sprake is van hoor en wederhoor en dat partijen binnen redelijke termijnen een uitspraak krijgen. De personele samenstelling van intern kerkelijke instanties speelt een belangrijk rol bij de beoordeling of sprake is van een eerlijk procesgang. Objectieve en deskundige mensen met voldoende kennis van zaken, kunnen met enig gezag uitspraken doen.
Iedereen kan een rechtsgang bij de civiele of burgerlijke rechter starten, die zich niet afzijdig kan houden en dus altijd zal reageren. Dit betekent nog niet dat er ook altijd een inhoudelijke uitspraak wordt gedaan. De burgerlijke rechter kan ook concluderen dat hij niet bevoegd is, bijvoorbeeld omdat (eerst) een kerkelijke procedure moet worden gevolgd. Als de rechter zich wel bevoegd acht, zal hij zich zelden of nooit inhoudelijk uit laten over geloofskwesties. Deze vallen namelijk onder de vrijheid van godsdienst en de burgerlijke rechter onthoudt zich van een opvatting daarover. Kerken in Nederland kennen bovendien de vrijheid van inrichting. Dat wil zeggen dat zij – binnen regels van het recht - hun eigen organisatieregels mogen opstellen. Een burgerlijke rechter kan eventueel wel concluderen dat deze regels niet (goed) zijn gevolgd, de regels zelf zal hij niet gemakkelijk ter discussie stellen.
Op 17 oktober 2013 is een proef gestart met het digitaal voorleggen van geschillen. De proef wordt uitgevoerd bij de rechtbanken Rotterdam en Oost-Brabant en eerst met zaken waarin rechtsbijstandsverzekeraars optreden als gemachtigde. Daarna volgen zaken met andere procesvertegenwoordigers. Vervolgens wordt de procedure ook toegankelijk voor burgers, bedrijven en andere procespartijen.
In een digitale procedure kan men samen met de tegenpartij het geschil digitaal aan de eKantonrechter voorleggen. Men heeft geen advocaat nodig. Processtukken worden digitaal ingediend via het Digitaal loket rechtspraak. Binnen 6 weken krijgt men een uitspraak. De mogelijkheid van mondelinge toelichting bij de kantonrechter blijft bestaan. Men krijgt binnen 8 weken een uitspraak.