Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Liuwe Westra
Dossiers » Daniel de Styliet » introductie » Daniel de Styliet (409-493)

Daniel de Styliet (409-493)



Daniel werd geboren in 409 en trad al in het jaar 412 in een Syrisch klooster in toen hij nog maar twaalf jaar oud was. Hij bracht 25 jaar in dat klooster door. In die periode maakte hij voor het eerst kennis met Simeon, die toen als eerste een ascetisch leven op een pilaar leidde. Dit gebeurde tijdens een reis van een groep geestelijken, waaronder ook Daniel, die naar Antiochië moesten voor een kerkelijk overleg. De ontmoeting zou richtinggevend worden voor de rest van zijn leven.

Ascetische loopbaan


In 446 werd Daniel tot abt van zijn klooster gekozen, maar hij deed dat ambt al heel snel over aan een ander en verliet zelf het klooster. Hij begon aan een vijf jaar durende tocht langs een reeks monniken en kluizenaars, waaronder opnieuw Simeon, bij wie hij twee weken verbleef. Hij probeerde op die manier te leren hoe men een echt ascetisch leven kon leiden, los van wereldse verlangens en ver van aardse genoegens.

Toen hij de leeftijd van 42 jaar had bereikt, ging hij op grond van een openbaring, zo vertelt ons zijn biograaf, naar de Constantinopel, de stad van de keizer. Hij sloot zich daar eerst negen jaar lang in een heidense tempel op, en stond daar alleen via een klein venster in contact met de buitenwereld. Hij deed dit bij wijze van oefening voor of voorbereiding op de ascetische inspanning die wilde gaan verrichten.

Hij was namelijk tot de overtuiging gekomen (op grond van goddelijke openbaringen, stelt de biograaf) dat hij de levenswijze van Simeon de Styliet moest navolgen. Hij liet vlakbij de hoofdstad een zuil plaatsen (eerst één, en daarna een zogenaamde dubbele zuil waarop hij iets meer ruimte had), en ging daarop leven. Hij zou er 33 jaar en drie maanden blijven, afgezien van een korte onderbreking aan het eind van zijn leven. Als men bedenkt hoe verzengend heet de zomers en hoe onbarmhartig koud de winters aan de Bosporus kunnen zijn, dan mag het een wonder heten dat Daniel, die elke dag 24 uur lang aan de elementen stond blootgesteld, toch nog 84 jaar oud is geworden. Ook hij had zich met ijzeren boeien laten vastketenen, en door het langdurige staan was na verloop van tijd het onderste deel van zijn voeten (of benen?) volkomen weggerot. Wel had hij, op aandringen van zijn volgelingen, een muurtje op zijn zuil staan dat hem tegen de ergste stormen en regenbuien enigszins beschermde.

Invloed


Daniel dankte zijn faam, afgezien van zijn bijzondere vorm van ascese, met name aan zijn effectieve voorbede, met name als het ging om genezingen van ziekte en bezetenheid. Het bijbelwoord ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel’ (Jakobus 5: 16) zagen de inwoners van Constantinopel voor hun ogen in vervulling gaan. Het effect van zijn optreden moet overweldigend zijn geweest. Dagelijks verzamelden zich mensenmassa’s rond zijn zuil, op zoek naar genezing, exorcisme, voorbede, goede raad, en wat dies meer zij.

In 475 maakte Flavius Basiliscus (zwager van keizer Leo I, die in 474 werd opgevolgd door keizer Zeno) zich meester van de troon. Basiliscus was aanhanger van het miafysitisme, en tegenstander van de leer van het Concilie van Chalcedon, en de kerkelijke autoriteiten in Constantinopel maakten zich dan ook ernstige zorgen toen zijn heerschappij een feit was. Uiteindelijk wisten ze Daniel te bewegen zijn zuil te verlaten, en een soort rondgang door de stad te houden. De toeloop van belangstellenden was ongelofelijk: begrijpelijk, want normaliter was Daniel alleen boven op zijn zuil, dus slechts uit de verte en voor een gedeelte te zien, tenzij men de zuil wilde (en mocht) beklimmen. Daniel maande Basiliscus zich bij de Chalcedonische beslissingen neer te leggen, en maakte ook duidelijk dat hij weinig vertrouwen had in zijn regering. Basiliscus zou het volgende jaar inderdaad worden verslagen door Zeno, de keizer die hij had verjaagd.

Het bijzondere van Daniels lange verblijf op zijn zuilen in Constantinopel is dat hij niet alleen diepe indruk maakte op het vrome kerkvolk, maar ook op intellectuelen en magistraten, ja zelfs op diverse Byzantijnse keizers die hem in hun regeringsperiodes leerden kennen (met name Leo I, Zeno en Anastasius). Het is fascinerend (maar voor de moderne lezer ook enigszins onthutsend) te zien hoe deze oppermachtige keizers zo onder de indruk raakten van de extreme ascese van deze pilaarheilige, dat ze in talrijke politieke crises niets beter wisten te doen dan de wankele ladder die tegen Daniels pilaar aan stond te beklimmen en balancerend op de hoogste treden de heilige om advies of voorbede te vragen. Soms gingen de keizers zelfs zo ver dat ze zich voor de pilaar op de grond wierpen en hem om bijstand of vergeving smeekten. In menige crisissituatie heeft Daniel zo de politieke koers (inclusief die van de kerkpolitiek) van het Byzantijnse Rijk mede bepaald. Hij trad hierbij in het voetspoor van zijn leermeester Simeon, maar doordat hij zoveel dichter bij het centrum van de macht zat, was zijn invloed navenant veel groter.

Zijn immense prestige samen met zijn grote kerkelijke invloed maken Daniel volstrekt uniek onder de christelijke asceten van de oudheid.

Voortleven


Door een leerling is er een uiterst boeiende biografie van Daniel geschreven; we weten verder niets van de auteur, maar hij maakt duidelijk dat hij met name de laatste periode van Daniels leven persoonlijk als ooggetuige heeft meegemaakt. Deze levensbeschrijving is ook in het Nederlands beschikbaar.

Daniel wordt in de Rooms-Katholieke en Orthodoxe Kerken als heilige vereerd; zijn feestdag valt op 11 december.

Het volgende gebed, dat hij zou hebben uitgesproken alvorens zijn zuil te beklimmen, is van hem overgeleverd:

Ik geef U de eer, Jezus Christus mijn God, voor alle zegeningen waarmee U mij heeft bedacht, en voor de genade die U mij hebt verleend dat ik deze levenswijze tot de mijne mag maken. Maar Gij weet dat ik bij het bestijgen van deze zuil slechts op U alleen steun, en dat ik alleen van U een gunstige uitkomst van mijn voornemen verwacht. Aanvaard dan mijn voornemen en help mij deze wedloop te volbrengen en verleen mij de genade die in heiligheid te volbrengen.

(door Pieter W. van der Horst)


Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Pieter van der Horst.